Stap I: het vormen

Natbewerken

Vormen van de klei kan het best worden vergeleken met het maken van koekjes.Klompje zilverklei

Bij het openen van het pakje verschijnt een klompje ‘deeg’, dat erg aan Das klei doet denken. Het is ook slim om eerst met Das klei te oefenen. Das klei gedraagt zich bijna op dezelfde manier, met het verschil dat Das diepere afdrukken maakt en nog sneller droogt.

Het deeg wordt gekneed en vervolgens uitgerold (plat of in worstjes). Zelfs een stuk plastic buis kan als “deegroller” dienen. Het is wel belangrijk dat de roller glad, schoon en ingesmeerd met (olijf)olie is. Om de dikte van het “deeg” te bepalen gebruikt men de speelkaarten methode: van 3 tot 5-6 speelkaarten worden aan beide kanten onder de roller gelegd, met het stukje klei in het midden. Drie is echt minimaal, voor stukken met textuur vijf of zelfs zes kaarten zijn beter. De klei wordt gerold op een “not-sticky” papier, zoals teflon papier voor in de oven. Ook het papier wordt ingesmeerd. Zodra de deegkoek op gewenste dikte gerold is, kan de klei verder worden gevormd. Uitgesneden met vormpjes, geperst in malletjes, bedrukt met textuur etc. Mocht het mislukken, wordt het weer in elkaar gekneed en de procedure gaat zich herhalen. Niet eindeloos, trouwens. Want het allerbeste “deeg” is van de eerste keer kneden. Hoe meer herkneden, hoe meer droogt de klei uit en er komen barstjes en korreltjes in het “koekje”.

Als men merkt dat na 3 keer kneden en uitrollen het stuk toch niet wil lukken, is het beste om het klompje tot ‘poffertje’ te maken, gaatjes erin prikken, met water besprenkelen (eventueel met ‘eigen’ kleimassa als deze dun genoeg is), naar binnen vouwen, in plastic folie wikkelen, een nat doekje eromheen en even een nachtje laten staan. De klei trVormen van zilverkleiekt op die manier vocht in en wordt dan weer homogeen qua structuur. Wel gaat de vochtige klei meer aan handen plakken, dus moet het eerst door de plastic folie worden gekneed.

Als een ‘koekje’ wel gelukt is, moet het dan voldoende drogen. Een nacht in een droge kamer is meestal voldoende voor alle soorten klei behalve ‘slow dry’. Tenzij men heel ongeduldig is en het proces met een haardroger of anders wil versnellen.

Droogbewerken

De PMC guild geeft de ‘gouden tip’: de regel van 10-80-10. Dat wil zeggen dat de bewerking van respectievelijk natte klei en gebakken zilver niet meer dan 10% van de tijd in beslag moet nemen. 80% van de tijd moet worden besteed aan het bewerken van leerdroge klei – uitsnijden, andere elementen aanplakken, vijlen en vooral veel schuren. Het zaagsel wordt dan bij elkaar geveegd en gestopt in een potje voor hergebruik als kleimassa. Deze massa kan met water worden verdund tot gewenste consistentie: dik of dun. Het schuurpapier moet van goede kwaliteit zijn en geen korreltjes loslaten. De korreltjes kunnen zich met kleizaagsel vermengen en daarmee deze waardevolle ‘afval’ minder bruikbaar maken. Het is handiger om het grove eerste ‘zaagwerk’ met vijltjes te doen. De vijltjes worden dan schoongemaakt met een stalenborstel (of met een tandenborstel). Het stof van de vijltjes gaat in hetzelfde potje.

Daarna kan het fijne polijstwerk beginnen – tot schuurpapier met korrel 3000 of zelfs 6000. Het is mooi als reeds bij deze stap de zilveren glans verschijnt.  Het geeft niet alleen grote voldoening omdat het resultaat van je werk begint te (ver)schijnen maar spaart ook veel polijstwerk later, aan gebakken stuk.

Af of bij?

Als er iets af moet, dient het liefst zo vroeg mogelijk te gebeuren, als de klei nog nat is. De afgesneden klei kan zo worden hergebruikt (na kneden). In de droge toestand moeten de stukjes het liefst afgevijld worden. Het fijne ‘zaagsel’ is goed met water te verdunnen, grotere droge stukken moeten eerst fijngestampt of vermalen worden. Bijvoorbeeld in een speciaal daarvoor bestemde pepermolentje.

Maar wat als er iets bij moet? Het opbouwen kan zowel aan een nat als aan een droog stuk gebeuren. Het beste materiaal voor opbouwen is de oorspronkelijke klei. Maar ook de pasta leent zich goed voor het opbouwwerk – zowel in dikke als in dunne toestand. Het opbouwen moet dan liefst in laagjes gebeuren: de pasta eerst laten drogen, een volgend laagje aanbrengen en zo voort. Als het helemaal droog is,goed afschuren. Als het werk goed gedaan is, is er geen verschil te zien tussen een stuk uit een geheel en een stuk dat op die manier is opgebouwd.

En wat te doen als er tijdens droogbewerken stukjes afbreken? Vooral geen paniek. Alles kan worden gefixed.

Buigen.

Wat absoluut nat moet gebeuren is het buigen van het stuk, bijvoorbeeld om een – later te plaatsen – steen. Als het stuk behoorlijk is opgedroogd zodat die niet zonder barstjes kan buigen bevochtig het stuk eerst met water uit een plantenspuit. Dek het stuk toe met stuk plastic en laat de vocht intrekken. Voel na een tijdje of het stuk voldoende nat is om te worden gebogen. Leg het stuk desnoods op een ronde oppervlak. Alle ronde voorwerpen met de juiste rondingen zijn goed: van theekopjes tot plastic buizen.

Bochten en rondingen veranderen na het bakken: door de krimp worden open “C” bochten meer flauw, terwijl de gesloten “O” bochten juist krimpen. Het is lastig van tevoren te berekenen.

Stap II: het bakken

De alchemie in de oven

Paragon SC 2 ovenHet bakken is cruciaal om klei tot zilver te maken. Tijdens het bakken brandt het organische bindmateriaal helemaal uit en sinteren de metaaldeeltjes aan elkaar. Het gebakken stuk bevat dus geen andere stoffen dan puur zilver. Als het toch het geval is, dan is het stuk niet goed gebakken (“underfired”).

De beste temperatuur/tijd voor het bakken zijn: 900 graden Celsius/ 2 uur. Dat was het vereiste voor de eerste generatie zilverklei. Maar hoewel de derde generatie klei al bij 600 graden gedurende 30 minuten kan worden gebakken, blijft 900 graden/ 2 uur ‘het gouden standaard’ (Of moet het eigenlijk ‘het zilveren standaard’ heten? ).

Een goede oven is onmisbaar. Op de verpakkingen van de 3e generatie zilverklei (low-fire) staat ‘oven of brander’. Ik vind de brander geen alternatief. Probeer eens gedurende 5 minuten de juiste temperatuur voor het gehele stuk te behouden. Zonder enige meetapparatuur, puur op het gezicht. Met name voor het gezicht is het zeer ongezond om lang naar het gloeiend hete stuk te kijken. En de beschermbril laat de kleur van de gloei niet goed zien, wat eigenlijk de enige temperatuur-meetmethode is.

900 graden is dus de ideale temperatuur voor alle soorten zilverklei. Daarboven wordt zilver zacht en bij 961 graden smelt het. Daarom moet de oven meetapparatuur hebben, liefst computergestuurd. Dus: wil je aan zilverklei beginnen, koop een goede oven (vanaf 500 euro) of zoek iemand met een oven.

Bakken versus solderen

De vrijheid van zilverklei betekent ook dat stukken aan elkaar kunnen worden verbonden zonder solderen. Veel mensen vinden het solderen best moeilijk. Zilver geleidt de warmte erg goed, soms te goed. Daarom is het lastig om de juiste temperatuurverhoudingen te bereiken en te behouden. Het solderen van zilverklei stukken is nog lastiger. Het stuk uit zilverklei (vooral van de eerste generatie) is zeer poreus en zuigt het soldeer op. In plaats van naar de verbinding te vloeien, vloeit het soldeer over het oppervlak. Daardoor ontstaan lelijke vlekken die niet weg te polijsten zijn.

En toch… wil je de volledige artistieke vrijheid behouden, moet je leren solderen. Vele fournituren zijn alleen in sterling zilver te verkrijgen. Om de elementen van verschillende soorten zilver – sterling en gebakken zilverklei – onderling te verbinden is het solderen de enige technische mogelijkheid. Hoewel er een mooi product bestaat – silver clay oil paste – waarmee zilverstukken perfect aan elkaar te ‘lijmen’ zijn, moet het met oliepasta ‘gelijmde’ stuk bij 800 graden worden gebakken. En sterling zilver gaat letterlijk kapot in de oven bij verhitting boven 700 graden.

De verbinding gemaakt met hard en middelhard soldeer is bovendien veel steviger dan de verbinding gemaakt met de oliepasta.

Uiteraard, kunnen de sterling zilver elementen ook in ongebakken zilverklei worden ingezet en dan samen gebakken, bij de temperatuur van 650 graden. Echter, door te veel spanning bij de krimp van zilverklei kunnen er scheurtjes ontstaan tussen zilverklei en sterling element. Normaliter zou je dan met behulp van de oliepasta de scheurtjes repareren. Maar de temperatuur is dan beperkend. Hoewel naarmate je mee met diverse producten experimenteert, leer je dat de gebruiksaanwijzing niet heilig is. Hier zijn wat meer ervaringen met de oil paste en solderen beschreven.

Bij het solderen moet men ook erg uitkijken voor de stenen. Zelfs de cubic zirconia die perfect 2 uur bij 900 graden in de oven hebben overleefd, kunnen verbrand raken bij het solderen. Ze worden dan mat en dof, en soms verkleuren ze en gaan zelfs barsten. Het probleem is niet alleen dat de hitte van de brander 900 graden kan overstijgen, maar de hitte wordt ook anders  – puntsgewijs – verdeeld, terwijl de verhitting in de oven regelmatig gebeurt. Een tip voor beginners: vermijd het solderen in de buurt van de steen, zet de stenen zo veel mogelijk achteraf in.

Weetjes over solderen van zilverklei

Stap III: na het bakken

Patina aanbrengen

De meest bekende kleuringstechniek is het zwarten met behulp van zwavelverbinding – het zwavellever (calciumsulfaat). Daardoor ontstaat zgn. ‘patina’ of ‘antiekeffect’.  Wat minder bekend is dat zwart niet de enige kleur is die in dit proces ontstaat. Het gekleurde stuk woregenboog patinardt eerst geel, dan roze, groen, blauw, grijs, en uiteindelijk – zwart. Het kleruingsproces is goed te regelen met de duur en de temperatuur: hoe langer en heter hoe zwarter de kleur. En met een scheutje ammonia is er een mooi regenboog effect te bereiken.

De patina kan makkelijk worden afgepolijst – bij de details die wit moeten blijven. Ook is het mogelijk het gehele stuk weer wit te krijgen met behulp van een zilverbadje. Het nadeel van de zwavel-patina is dat de diepe zwarte kleuren op ten duur slijten. Om de patina te conserveren moet het stuk een laagje beschermende lak krijgen.

Zilver krijgt ook ongewenste zwarte aanslag als het in contact komt met zwavel, bijvoorbeeld, in eieren of in (zee)water. Hoewel het misschien ontsierend is van esthetisch oogpunt, is deze zwarte aanslag absoluut niet ongezond. Sterker nog: in homeopathie wordt veel gebruik gemaakt van zwavel om de huid te zuiveren.

Vind je de zwarte aanslag toch niet mooi? Er zijn heleboel tips en middeltjes om het weg te poetsen.

******

Interessante zilverklei links

Getting started with PMC

PMC Guild resources

PMC download sheets from “down under”

Precious metal clay techniques

Antique and Rainbow finishes on PMC and Silver

Metalclayacademy